Weggezakt in een vliegtuigstoel van vlucht BD111, tussen London en Amsterdam, eindigde gisterenavond in een voorlopige cliffhanger het mediaspektakel van firma Wilders. De Strateeg tuurde naar het wolkendek met daarboven de strakblauwe lucht –de ophef over zijn uitzetting leek 10 kilometer boven de aarde ineens heel ver weg. Straks zou hij landen op Schiphol en zouden al die journalisten die vanmiddag nog meevlogen richting London op hem staan te wachten.
Goed: hij was dan wel de toegang geweigerd tot Groot-Brittannië om zijn film Fitna te laten zien aan een handjevol parlementariërs (een gotspe, daar waren vriend en vijand het over eens), zijn iets gewijzigde tactiek had de Strateeg vervolgens geen windeieren gelegd. Hoeveel cameraploegen, uit binnen- en buitenland, waren hem kwispelend en likkebarend als trouwe hondjes gevolgd? Het vliegtuig puilde bijna uit. Zelf telde hij minstens 50 man. Krantenpagina’s en actualiteitenrubrieken vielen over elkaar heen om hem te quoten. Wat was het toch kinderlijk eenvoudig de pers te bespelen –zoveel had Fortuyn hem wel geleerd.
‘Dit is vreselijk’, had de Strateeg laten optekenen toen hij vanuit het detentiecentrum in Heathrow alweer bijna op de terugreis was naar Amsterdam. De Engelsen hadden minder op met zijn tactische spelletjes. Grappig hoe zoiets als een uitzetting, waar de Strateeg een hartstochtelijk voorstander van was (met name voor haatzaaiende imams en criminele moslimjongeren, die met ouders en al hun biezen mogen pakken), hem ineens het spreken onmogelijk maakte. Zijn al in een vroeg stadium van de strategienota ‘De Slag om Hilversum’ opgetekende uitspraak ‘Dit is niet alleen een klap in mijn gezicht, maar ook voor de vrijheid van meningsuiting’ was nu goed van pas gekomen. Alle journaals en kranten hadden hem dan ook overgenomen. Door deze hele actie stond de Strateeg nu ook internationaal op de kaart.
Niemand die erover repte dat Fitna al sinds maart vorig jaar op het internet te zien is en dat de Engelse parlementariërs hem zo dus ook wel hadden kunnen bekijken. Hun tegenwerping dat als de Bijbel kritisch verfilmd was geweest, en niet de Koran, de Strateeg zonder problemen voet op Engelse bodem had kunnen zetten was bovendien een schot in de roos geweest. Een one-liner waar weinig tegenin te brengen viel. De regering-Brown had natuurlijk boter op zijn hoofd en had vooral geen zin in moeilijkheden al la de Deense cartoonrellen. Dan maar buigen.
De Strateeg haalde zijn opschrijfboekje uit zijn binnenzak en noteerde: ‘Angst – Capitulatie’. Al filosoferend over capitulatie kwam hij vanzelf bij de Oorlog tegen het Kwaad (natuurlijk belichaamd in de islam, hoe vaak moest hij dat nog vertellen) en vandaaruit bij de aloude betekenis van zijn bijnaam. Strateeg kwam van Strategos, Grieks voor legeraanvoerder. Dat was waar we hiermee bezig waren, niets minder dan een Oorlog. Deze parallel wilde hij nader uitwerken. Maar weinigen snapten dat het niet genoeg was gelijk te hebben –gelijk moest je krijgen. In de geschiedenisboeken over honderd jaar staan niet de mensen die gelijk hadden, maar zij die de geschiedenis aan hun kant hebben gekregen. Hij schreef op: ‘Oorlog – Legeraanvoerder – Media’.
Groot denken. Dat kwam in dit land van de Donners en Balkenendes toch niet meer voor.
Wat krakend zette de BD111 langzaam de daling in. Het wolkendek maakte plaats voor een blik op de oneindige lappendeken aan weilanden, slootjes, nieuwbouw en wegen die door laagland kronkelden. Hollands glorie: voor hoe lang nog? Het landen op Hollandse bodem verdreef zijn melancholie toen hij besefte dat zijn plannetje, uitgesmeerd over een tiental jaren, al veel eerder dan gepland voet aan vaste bodem kreeg. De Strateeg als boegbeeld van de vrijheid van meningsuiting. Strijdend in het harnas voor het Vrije Woord. Glimlachend leunde de Legeraanvoerder achterover toen hij besefte dat een beslissende slag voor de zoveelste keer was gewonnen. De volgende slag om de media zou niet lang meer op zich laten wachten.