Maandag 8 maart, half zes in de ochtend. De Oostvaardersplassen, het natuurgebied tussen Almere en Lelystad. Het lijkt een paradijselijk plaatje. Mijn collega Pauke de Kok is op pad om opnieuw opnames te maken. Het is koud, iets onder nul en het sneeuwt licht.
In het voor het publiek toegankelijke gedeelte stuit ze met natuurliefhebber Tonny Lenselink en cameraman Roel van Hees op een jong edelhert, aan het eind van zijn Latijn. Hij staat moeizaam op en wankelt weg. Terwijl Pauke en Roel verder lopen zien ze ineens het hert verderop in het water vallen. Snel zet Roel zijn camera weer aan en haast zich erheen. Tonny probeert het nog te redden en trekt het dier uit het water. Het zijn voor mijn collega en de cameraman schokkende momenten. Ze hadden veel verwacht, maar niet zoveel dode en op het oog in slechte conditie verkerende dieren aan te treffen. En dan dit hert dat voor de camera op sterven ligt. Wat doe je? Het dier blaast bijna zijn laatste adem uit, lijkt het redden voorbij.
Staatsbosbeheer verwijt ons het hert aan zijn lot overgelaten te hebben. Ook Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren haalt naar ons uit in haar weblog: ‘Een cameraploeg die toekijkt hoe een dier verdrinkt dat door die ploeg zelf in beweging gebracht is, zonder dat hulp geboden wordt ‘. We hadden de boswachter moeten bellen, zodat deze het dier uit zijn lijden kon verlossen , aldus Staatsbosbeheer. Dat is een kwartier later ook gebeurt, aldus diezelfde persverklaring. Een kwartier later? Toen was mijn collega nog in de buurt en heeft niemand gezien. Bovendien hebben wij het hert natuurlijk niet het water in gejaagd. Nadat wandelaar Tonny het had gezien, hebben we het dier met rust gelaten, tot we het iets later in het water zagen vallen. Vervolgens hebben wij het hert uit het water getrokken. Hoezo toekijken?
Het lijkt ons de omgekeerde wereld. Het dier had al uit zijn lijden verlost moeten zijn. ‘Zo’n dier is zo terminaal, is eigenlijk voor 99 procent dood, die loopt dronken van de pijn rond, helemaal versuft, en dan is hij dood. Die merkt helemaal niets meer, zo erg is het’, vertelt oud-inspecteur Zuidema ons. Dat is juist het punt van tegenstanders van het beleid in de Oostvaardersplassen: de dieren lijden al maanden voor ze het ‘genadeschot’ van Staatsbosbeheer krijgen –als die al op tijd erbij zijn. Teveel dieren lijden.
Deze overigens prachtige natuur ontstond dertig jaar geleden bij de drooglegging van Flevoland. Er bleef een stuk land over, oorspronkelijk industriegebied, dat te nat bleek voor bebouwing. In de jaren tachtig werden er tientallen konikspaarden, edelherten (uit Schotland) en Heckrunderen in het gebied uitgezet. Intussen zitten er 4000 dieren (!) op het 2000 hectare ‘droge’ gebied (er is ook een ‘nat’ gebied, de Wetlands, van internationaal belang als moerasgebied en overwintergebied voor onder meer ganzen). ‘Jurassic Park aan de Zuiderzee’ wordt het wel spottend genoemd, omdat de natuur gecreëerd is en de dieren erin uitgezet. Ze kunnen er niet uit. Er woedt al jaren een discussie tussen voor- en tegenstanders: is het geslaagde oernatuur waarin de dieren met rust moeten worden gelaten? Zo geslaagd dat zelfs de zeearend in het gebied broedt, en de omvang van de kuddes natuurgetrouw afhankelijk is van de hoeveelheid voedsel. Of is het een mislukt natuurpark, met teveel dieren op een te klein grondgebied die in de winter massaal honger lijden en doodgaan?
Mijn collega Pauke trof een terrein dat grotendeels kaalgevreten is. Ze is verschillende keren teruggeweest voor research. Bomen zijn kaalgevreten en er staat geen grassprietje meer overeind. Pauke en Roel stuitten maandag op stapels dode herten in het bos die verplaatst worden met een aanhanger of met een grijper een bak in gaan. Het is duidelijk dat we het hier niet hebben over tientallen, maar honderden dode dieren elke winter. Het zijn er 686 precies tot nu toe deze winter, op een kudde van bijna vierduizend dieren.
Aan de reacties in mijn mailbox en op onze website te zien (124 op ons eerste onderwerp vorige week, en 16 op de uitzending gisteren) leven de ‘Oostvaardersplassen’ behoorlijk onder onze kijkers. Demissionair minister Verburg zegde gisteren toe de evaluatie van het ‘experiment Oostvaardersplassen’ naar voren te halen. Dit gaat nu komend najaar plaatsvinden, waarna er in oktober waarschijnlijk opnieuw een debat volgt.
Ondertussen liggen er maar liefst zes moties waarin de minister onder meer wordt opgeroepen de dieren alsnog –voor het eerst- bij te gaan voeren, omdat het nog tot mei duurt voordat er geschikt voedsel in het gebied te vinden zal zijn. Komende dinsdag stemt de kamer over de moties.
Hopenlijk hoeven de dieren niet nog een keer een cameraploeg tegen te komen terwijl ze dodelijk vermoeid en uitgehongerd rondzwalken. Jurrassic Park goes Oostvaardersplassen: wordt vervolgd.
Kijk hier onze uitzending: