Mijn vakantie dit jaar begon exact bij de start van het WK en eindige naar planning op 2 juli, de datum waarop ik dacht dat ‘onze jongens’ toch hoogstwaarschijnlijk weer hun voeten strekten aan de Costa del Sol of een andere vakantiebestemming. Stiekem baalde ik ervan dat ik nu afhankelijk was van een mini-satelliet-tvtje van een buurman op een Franse camping, met norse Fransozen die misprijzend neerkeken op onze ongetwijfeld bij vlagen onbegrijpelijk spelende Nederlanders.
Gelukkig waren daar Aad en Truus.
Aad en Truus waren ons gastheer en –vrouw op de Zuid Franse camping, die het beheer voeren over de pakweg twintig volledig ingerichte bungalowtenten waarvan wij er eentje hadden gehuurd. Trots leidde Aad ons naar een mooi plekje in de schaduw waar hij de tent openritste en het koelkastje, de tuinset, het gassstel en de slaapplekken liet zien. Ik bespeurde een onvervalst Rotterdams accent.
Voorzichtig informeerde ik naar de mogelijkheden voetbal te kijken. Die zijn er, hoewel niet riant. ‘De Franse campingeigenaar houdt niet van voetbal. Er hangt een mini-scherm (zie je wel) in het restaurant, hoog boven de koelkast.’ Aad trok een gezicht alsof de man een halve misdadiger was en zei op zachtere toon: ‘Je zou toch verwachten dat een campingeigenaar een groot scherm opstelt, buiten, zodat iedereen kan meegenieten. Ja toch? Niet dan?’
Aad kende zijn pappenheimers en had het heft in eigen hand genomen. Achter zijn middelgrote caravan naast het zwembad van de camping hingen in het oranje opgeblazen letters O-R-A-N-J-E . Naast het welkomsbord waarop telkens de namen van de tenthuurders in krijt prijkten wapperde de Hollandse leeuw. Tenslotte hing aan de buitenkant van zijn caravan, in de ruime voortent, pontificaal een satelliet televisie. Aad -ook nog een fanatiek weblogger- ging niets missen van Oranje.
De eerste wedstrijden schuiven wij voorzichtig aan in het restaurantgedeelte van de camping. Murmelend Frans commentaar komt ergens uit een schermpje boven de luid ronkende koelvitrine. Een Oranjelegioen is ineens uit alle hoeken en gaten van de Franse camping opgedoken. Onze zoon en dochter zijn uitgedost in Jong-Oranje shirten en kijken verwonderd naar de mini-poppetjes die over het veld dwarrelen.
Het oranje legioen groeit elke wedstrijd aan, tot de derde groepswedstrijd, Nederland-Kameroen, begint. Omdat de Franse televisie alleen de wedstrijd Japan-Denemarken uitzendt, die tegelijkertijd wordt gespeeld, wijkt de oranje meute nooggedwongen uit naar de caravan van Aad en Truus. De Franse campingbaas had met veel moeite een scherm buiten opgesteld waar nu welgeteld nog 1 Fransman zit. Mismoedig staat de eigenaar achter de tap naar ons te kijken. Na de afgang van Les Bleus een extra reden om hekel aan voetbal te hebben, lijkt me.
Bij de caravan van Aad en Truus wordt het evenwel gezellig tot in de late uurtjes. Plastic campingglazen worden haastig volgetapt uit de 5-literboxen Merlot en Charonnay, terwijl mijn buurman zich nog een Franse Jubiler inschenkt, zijn ogen op het scherm gericht. Overal worden campingstoelen aangesleept en bijgeschoven.
André uit Amersfoort–die toevallig lid blijkt van ons Opiniepanel- heeft zijn oranje shirt aan, oranje vuvuzela mee, zijn vrouw kijkt op rij 3 in een oranje ‘Bondscoach’ shirt en er is een andere Nederlander met een fluoriserende oranje zonnebril, dito shirt en oranje hoed. We raden wie er op het veld staan, want op rij 4 kunnen we alleen kleine, oranje poppetjes onderscheiden. ‘Boularouz? Ja? Ik win! Doe maar een extra Jubiler!’
Als ik even naar de wc-hokken loop tegen het einde van de wedstrijd –nee he, het zal toch niet..?- valt het doelpunt van Huntelaar. Van een aantal kanten klinkt een uitbarsting van geklap en gejuich, maar de menigte bij Aad en Truus overstemt ze allemaal.
Het wordt pas echt donker als de oranje vuvuzela’s vals toeterend hun heenkomen zoeken tussen alle caravans en tenten en Aad & Truus de stoelen inklappen en plastic bekertjes opruimen. Oranje in het buitenland, het is leuker dan jeu-de-boule kijken op het Franse dorpsplein.